Roosendaal

Gemeente

In vergelijking met het de andere B7-gemeenten, is de afstand tot culturele voorzieningen voor inwoners van Roosendaal relatief kort. Ook zijn er relatief veel cultuurlocaties aanwezig. Kijken we naar cultuurbezoek, zien we dat inwoners van Roosendaal gemiddeld iets minder culturele activiteiten bezoeken dan gemiddeld. Wel beoefenen zij vaker culturele activiteiten.

In dit gemeenteprofiel kijken we hoe Roosendaal ervoor staat ten opzichte van andere grote steden in Brabant, en ten opzichte van de provincie Noord-Brabant. Dat doen we aan de hand van het culturele, sociale en economische kapitaal.

Cultureel kapitaal

Culturele infrastructuur

Inwoners van de gemeente Roosendaal wonen gemiddeld genomen relatief dichtbij culturele voorzieningen in vergelijking met andere B7-gemeenten (in 2021): 2,9 km naar een museum (plek 2), 3 km naar een locatie voor professionele podiumkunsten (plek 2) en 3,1 km naar de dichtstbijzijnde bioscoop (plek 2). Voor een bezoek aan een poppodium moeten Roosendalers relatief ver reizen: gemiddeld 14,5 km (plek 6).

Qua bibliotheken zit de gemeente Roosendaal rond het gemiddelde van de B7: er zijn 2 bibliotheekvestigingen in de gemeente, omgerekend naar cijfers per capita is dat goed voor een 3e plek op de ranglijst van de B7-gemeenten. De gemiddelde afstand tot de meest nabije bibliotheekvestiging is 2,5 km, ook goed voor een 3e plek. Naast de twee bibliotheekvestigingen zijn er ook 3 afhaalpunten van de openbare bibliotheek binnen de gemeente Roosendaal.

Cultuurlocaties en subsidierelatie

Roosendaal heeft relatief veel cultuurlocaties: 36. Het gaat dan vooral om muziek- en beeldende-kunstlocaties (ieder 9) en locaties met activiteiten uit meerdere domeinen (7), zoals C-Cinema (waar ook optredens zijn), CultuurCompaan en Cultuurhuis Roosendaal. In totaal zijn 26 van de 36 cultuurlocaties niet gesubsidieerd (72%).

2023

Sociaal kapitaal

Perspectief van de Roosendalers

We geven hier een kwalitatief beeld van de Roosendaalse uitkomsten uit de cultuurpeiling.

Inwoners van Roosendaal bezoeken iets minder culturele activiteiten dan gemiddeld in de B7-gemeenten. Ook nemen zij minder vaak deel aan online culturele activiteiten, zoals het volgen van een online les of workshop of het deelnemen aan een online community. Er wordt net zoveel erfgoed bezocht door inwoners van Roosendaal als gemiddeld in de B7. Cultuur wordt iets vaker beoefend dan gemiddeld in de B7-gemeenten Dat geldt ook voor erfgoedbeoefening. Media worden iets minder vaak gebruikt door de inwoners van Roosendaal dan gemiddeld in de B7.

Culturele Doelgroepen

Helmond en Roosendaal hebben een vergelijkbaar doelgroepenprofiel. In beide gemeenten vormen de Proevende Buitenwijkers de grootste groep, en je vindt hier meer Lokale Vrijetijdsgenieters dan in andere gemeenten. De Culturele Alleseters (3,6%) en Kindrijke Cultuurvreters (2%), doelgroepen met een intensief cultuurgebruik, vind je hier minder dan in andere steden.

Percentage huishoudens – Bron: Whooze
Percentage huishoudens – Bron: Whooze

Economisch kapitaal

Gemeentelijke cultuurlasten

De uitgaven aan cultuur van de gemeente Roosendaal bleven nagenoeg gelijk tussen 2019 (6,2 miljoen euro) en 2021 (6,3 miljoen euro). Omgerekend per inwoner is dat 82 euro in 2021, waarmee de gemeente ruim onder het gemiddelde van de B7-gemeenten (157 euro per inwoner) blijft, op plek 6.

Financiële stromen van de culturele instellingen in Roosendaal

We hebben voor de periode 2021-2022 gegevens over inkomsten, subsidies en lasten ontvangen van 6 culturele instellingen uit Roosendaal. We leggen deze cijfers hier naast elkaar.

Eigen inkomsten

In 2021 zijn er 2 miljoen euro aan eigen inkomsten waarvan 767.000 euro publieksinkomsten (38%). In 2022 is dat respectievelijk 3,1 miljoen euro totaal en 1,3 miljoen euro aan publieksinkomsten (43%). Het aandeel sponsoring is nihil in beide jaren. Vooral de ‘overige podia’ – de niet-poppodia zoals Schouwburg De Kring in Roosendaal – en de centra voor de kunsten en bibliotheken hebben grote aandelen in de eigen inkomsten: zo’n 1,2 miljoen euro in 2021 en 1,7 miljoen in 2022 bij de overige podia en 628.000 in 2021 en 943.000 in 2022 bij de centra voor de kunsten en bibliotheken. 

Subsidies

In 2021 hebben de culturele instellingen uit Roosendaal voor circa 9,4 miljoen euro subsidies gekregen. In 2022 is dat 9,9 miljoen euro. De subsidies komen merendeels van de gemeente: 8,6 miljoen in 2021 (92%) en ook 8,6 miljoen in 2022 (88%). De centra voor de kunsten en bibliotheken, de  niet-poppodia hebben grote aandelen in de subsidies: 6,5 miljoen in 2021 en ook 7 miljoen in 2022 voor de centra voor de kunsten en bibliotheken en 1,6 miljoen euro in zowel 2021 als 2022 voor de niet-poppodia. De musea ontvangen 513.000 euro in 2021 en 552.000 in 2022. De ‘overige’ culturele instellingen, in dit geval twee Roosendaalse Cultuurstichtingen, kregen 667.000 euro aan subsidie in 2021 en 623.000 in 2022. 

Lasten

In 2021 zijn de totale lasten van de instellingen 10,7 miljoen euro waarvan 4,7 miljoen personeelslasten (44%). In 2022 is dat 11,7 miljoen euro totaal waarvan 5,2 miljoen euro aan personeelslasten (43%). Voor alle soorten culturele instellingen in Roosendaal is het aandeel personele lasten in totale lasten in 2022 gelijk aan dat in 2021: rond de 52% voor de musea, 33% bij de niet-poppodia en 49% voor de centra voor de kunsten en bibliotheken. 

Rato inkomsten/subsidies

De eigen inkomsten maken in 2021 22% uit van de verkregen subsidies, ofwel voor elke euro subsidie verdienen de instellingen zelf nog 22 eurocent. In 2022 is de verhouding 31%, ofwel 31 eurocent tegen elke euro subsidie. Alleen de niet-poppodia springen eruit: zij verdienen 71% in 2021 en 105% in 2022 van de verkregen subsidies. Ofwel van elke euro subsidie zetten de niet-poppodia zelf 1,05 om in 2022. De balans bij de musea is 4% in 2021 en 3% in 2022, of van elke euro subsidies verdienen de musea 4 of 3 eurocent zelf erbij. Bij de centra voor de kunsten en bibliotheken is de balans 10% in 2021 en 13% in 2022. Bij de overige instellingen is het 27% in 2021 en 60% in 2022.

Bedrijvigheid en werkgelegenheid

Aantal banen, bedrijfsvestigingen en zzp'ers – Bron: CBS microdata

Bedrijvigheid in de creatieve sector van Roosendaal

In 2022 zijn er 430 bedrijfsvestigingen in de creatieve sector – waarvan 180 in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed. Dit komt neer op 5,5 bedrijfsvestigingen per 1.000 inwoners in de creatieve sector en 2,4 in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed. De 430 bedrijfsvestigingen in de creatieve sector beslaan 6% van het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Roosendaal. De afgelopen jaren is het aantal bedrijfsvestigingen gestegen: van 360 in 2017 naar 430 in 2022 (+20%). Ook in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed zien we een stijging van 26% in het aantal bedrijfsvestigingen (van 140 naar 180). 

Werkgelegenheid in de creatieve sector van Roosendaal

In 2022 zijn er 320 zzp’ers actief in de creatieve sector, waarvan 140 in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed. Dit zijn 4,1 zzp’ers per 1.000 inwoners in de creatieve sector in 1,8 in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed. Het aantal zzp’ers in zowel de creatieve sector als in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed ligt in 2022 hoger dan in 2017. We zien een stijging van 17% kijkend naar de creatieve sector (van 270 naar 320) en een stijging van 18% kijkend naar de subsector Kunsten en cultureel erfgoed. 

De werkgelegenheid bestaat naast de zzp’ers ook uit 420 banen in de creatieve sector, waarvan 220 in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed. Het gaat om 0,3 banen per 1.000 inwoners in de creatieve sector, 0,1 banen per 1.000 inwoners in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed. De 420 banen bestaat uit 300 vte’s: 1 vte staat voor 1,40 banen. De werkgelegenheid in de creatieve sector in Roosendaal is dus iets sterker verdeeld over (kleinere) banen dan in de totale provincie, waar 1 vte voor 1,36 banen staat. Het aantal banen in de creatieve sector is stabiel: zowel in 2017 als in 2022 ligt dit aantal op 420. Na een afname tussen 2019 en 2020 – vermoedelijk door de coronapandemie, is ligt het aantal banen in 2022 op hetzelfde niveau als in 2017. Het aantal banen in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed is daarentegen gestegen: van 150 in 2018 naar 220 in 2022 (+47%). In een van de andere twee subsectoren (Media en entertainment en Creatief zakelijke dienstverlening) is het aantal banen tussen 2017 en 2022 gedaald.  

Referentiekader: gemiddelden B7 bedrijvigheid en werkgelegenheid

Gemiddeld zijn er in de B7-gemeenten 10,4 bedrijfsvestigingen per 1.000 inwoners in de creatieve sector. In de subsector Kunsten en cultureel erfgoed zijn er 4,3 bedrijfsvestigingen per 1.000 inwoners. Bij deze bedrijfsvestigingen zijn niet alleen banen die zorgen voor creatieve werkgelegenheid, maar er zijn ook zzp’ers actief in de creatieve sector in de B7-gemeenten. Zo zijn er in de B7-gemeenten gemiddeld 7,7 zzp’ers per 1.000 inwoners in de creatieve sector en 3,4 zzp’ers per 1.000 inwoners in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed. Kijken we naar aantal banen, zijn er gemiddeld 0,3 banen in de creatieve sector per 1.000 inwoners, en 0,2 in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed.

Meer weten?

Bekijk het dashboard om meer te weten te komen over de Brabantse gemeenten.

Lees het magazine voor de betekenis van de cijfers in de praktijk.

De onderzoeksverantwoording gaat uitgebreid in op de gebruikte data en onderzoeksmethoden.