Culturele bedrijvigheid in kleinere gemeenten

Kapitaal

In de vorige editie van Waarde van cultuur is geconstateerd dat er – naast de grote gemeenten in Brabant – ook in een aantal kleinere gemeenten in Brabant relatief veel culturele bedrijvigheid is. Het gaat om de gemeenten Alphen-Chaam, Bergen op zoom, Boxtel, Hilvarenbeek, Oisterwijk, Vught en Waalre. Hoe komt het dat er op deze plekken relatief veel culturele bedrijven zijn? We hebben dit onderzocht door middel van interviews.

Samenvatting

De relatief hoge bedrijvigheid in de kleinere gemeenten is, zo lijkt, te wijten aan een rijke culturele geschiedenis die bepalend is voor de identiteit van deze plekken. In iedere gemeente staan één of twee belangrijke culturele spelers centraal, die zorgen voor spin-offs van activiteiten en bedrijvigheid. De beleidsfocus van de gemeenten ligt niet op professionele culturele bedrijvigheid, maar voornamelijk op het stimuleren van amateurkunst- en gezelschappen. Het beleid is gericht op de sociale component van kunst en cultuur en minder op het economisch kapitaal.

Achtergrond

In de vorige editie van Waarde van cultuur is geconstateerd dat er in de gemeenten Alphen-Chaam, Bergen op zoom, Boxtel, Hilvarenbeek, Oisterwijk, Vught en Waalre relatief veel culturele bedrijvigheid is. Dit betekent dat er in deze gemeenten per 1.000 inwoners meer culturele en creatieve organisaties gevestigd zijn dan in andere gemeenten in Brabant.

Bron: CBS microdata

Hoe komt het dat er op deze plekken relatief veel culturele bedrijven zijn? Zet de gemeente met haar beleid hier actief op in, is het een kwestie van toeval, heeft de historie van een gemeente hier wellicht mee te maken? De antwoorden op deze vragen zijn gezocht door middel van interviews. In het voorjaar van 2024 is gesproken met beleidsmedewerkers van gemeenten Vught, Alphen-Chaam, Boxtel en Bergen op Zoom.  

De grote cultuurinstelling staat centraal in de gemeente

De gemeenten zijn zich bewust van de relatief hoge culturele bedrijvigheid. In elk van de vier gemeenten is er één of zijn er meerdere culturele instellingen gevestigd die voor hun grootte uniek en onderscheidend zijn. In Vught zijn dit bijvoorbeeld het Nationaal Monument Vught en ontmoetingscentrum de Petrus, voor Alphen-Chaam is dit cultureel centrum ‘Den Heuvel’, voor Bergen op Zoom zijn dit Schouwburg de Maagd, Poppodium ‘gebouw T’ en het Markiezenhof, en voor Boxtel zijn dit Podium Boxtel en Museum Boxtel. Voor de gemeenten zijn deze grotere instellingen belangrijke trekkers van cultuur. Deze instellingen zorgen weer voor spin-offs naar andere activiteiten. Zo zijn er door het Nationaal Monument kamp Vught andere culturele bedrijven die zich bezighouden met het monument en de oorlog.

Verder kenmerken de gemeenten zich door het hebben van een relatief groot aantal zzp’ers in bijvoorbeeld muziek, dans, ontwerp en design. Vrijwel alle geïnterviewde gemeenten liggen dichtbij een grotere stad, wat de indruk wekt dat veel culturele spelers woonachtig zijn in de kleinere gemeente, maar hun werk uitvoeren in de stad. Dit wil echter niet zeggen dat de gemeenten niet cultureel betrokken zijn, integendeel.

Een rijke culturele geschiedenis

Bij de kleinere gemeenten waar relatief veel culturele bedrijvigheid is klopt een sterk cultuurhistorisch hart. De gemeenten hebben een rijke geschiedenis waardoor cultuur hier altijd al van grote invloed en waarde is geweest. In Bergen op Zoom zit cultuur ‘in het DNA’, het is een stad van stoet en spel met veel historisch-culturele componenten die de stad kenmerken en rijk maken aan cultuur:

Bergen op Zoom wordt ook wel de ‘kermisstad’ genoemd en heeft een rijk verleden als belangrijke havenstad en oesterkweekcentrum. De stad draagt deze historie met zich mee en ademt daarmee een rijk cultureel verleden uit, wat ook te zien is aan het rijke aantal monumenten en historische gebouwen dat de stad bezit, zoals de Gevangenepoort, restanten van oude vestingen en het Markiezenhof.

De gemeente Vught heeft een bekend oorlogsverleden, met Monument kamp Vught als beroemd voorbeeld van wat zich hier heeft afgespeeld. Daarnaast heeft de gemeente andere historische componenten, zoals Kasteel Maurick dat dateert uit 1312 en Fort Isabella, plekken die geschiedenis ademen en de cultuurhistorie van de gemeente weergeven.

Ook Alphen-Chaam heeft een eigen uniek verleden, wat terug te zien is in de oude archeologische vindplaatsen en grafheuvels in de gemeente. Daarnaast is de gemeente Alphen-Chaam sinds 2010 Cittaslow gecertificeerd. Cittaslow is het internationale keurmerk voor gemeenten die op het gebied van leefomgeving, landschap, streekproducten, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit tot de top behoren. De gemeente vindt het belangrijk voor de identiteit van de gemeente en haar inwoners om in te zetten op het behouden van erfgoed en het schetsen van de culturele geschiedenis voor inwoners, ondernemers en bezoekers.

Tot slot heeft ook Boxtel van oudsher culturele waarde; de ambachtsschool Sint-Lucas is daar begonnen en door de aanwezigheid van industrie van oudsher, bestaat de gemeenschap uit inwoners met veel verschillende culturele achtergronden. Het is daarnaast ook een oud processiedorp met belangrijke historische plekken zoals kasteel Stapelen en de oude St. Petrusbasiliek.

De gemeenten hebben dus als gemeenschappelijk deler een diverse (tradities, oorlogsverleden, archeologie en industrie), maar rijke culturele geschiedenis.

Gemeenten zetten vooral in op amateurkunst

De vier gemeenten die we hebben gesproken hechten veel waarde aan kunst, cultuur en erfgoed en uiten dit door er beleidsmatig op in te zetten. Zij geven aan cultuur belangrijk te vinden, omdat het iets is wat kan verbinden, wat je als gemeente kan inzetten om ontmoeting te creëren en om sociale cohesie te bevorderen.

De gemeenten hebben ieder hun eigen unieke cultuurbeleid, echter zien we een duidelijke overeenkomst: het stimuleren en faciliteren van amateurkunst is voor alle vier de gemeenten een belangrijke pijler in het beleid. Amateurkunsten zoals harmonieën, fanfares en toneelgezelschappen worden gezien als erg belangrijk, ook nadrukkelijk in de kleinere kernen van de gemeenten. Dit beeld onderschrijft het advies van de Raad voor Cultuur, dat in het rapport ‘De culturele basis op orde’ benadrukt dat amateurkunsten bijdragen aan een solide basisinfrastructuur voor cultuur een gemeente, wat een verbindende waarde voor cultuur voor de samenleving biedt (Raad voor Cultuur, 2022). Het cultuurbeleid van de gemeenten is dus niet gefocust op economische groei, maar op het faciliteren en ondersteunen van cultuurparticipatie en het verenigingsleven, omdat dit – volgens de gemeente – is wat een gemeenschap verbindt. Ook landelijk wordt hierop gestuurd; de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft in 2024 met de propositie ‘Samen cultuur borgen’ als doel gesteld om te sturen op lokale basisvoorzieningen voor onder andere amateurkunst- en erfgoedbeoefening, cultuureducatie- en participatie en cultuuronderwijs door in het hele land (VNG, 2024).

De gemeenten zien eveneens de waarde van cultuur in ten opzichte van andere beleidsterreinen, zoals het sociale, maatschappelijke, het ruimtelijke, en ook het economische. In het huidige en toekomstige beleid wordt gestuurd op het verbinden van cultuur met andere beleidsterreinen, om zo cultuur meer integraal te kunnen opnemen. In een groot internationaal onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is gebleken dat kunst- en cultuur beleving- en deelname gezondheid en welbevinden bevordert van mensen in alle groepen van de samenleving (Fancourt & Finn, 2019). In Nederland is het belang van integraal werken ook erkend, de VNG roept daarom andere sectoren en domeinen op om cultuur te verwerken en in te zetten in hun bedrijfsvoering (VNG, 2024). Belangrijke vraagstukken voor gemeentelijk beleid in de nabije toekomst zijn daarom op welke manier kunst en cultuur kan bijdragen aan welzijn, het tegengaan van eenzaamheid, ontwikkeling en kennisdeling, en als maatschappelijke verbinding met het bedrijfsleven, onderwijs en andere terreinen.

Concluderend

De relatief hoge bedrijvigheid in deze kleinere gemeenten is, zo lijkt, te wijten aan een rijke culturele geschiedenis die bepalend is voor de identiteit van deze plekken. In iedere gemeente staan één of twee belangrijke culturele spelers centraal, die zorgen voor spin-offs van activiteiten en bedrijvigheid. De beleidsfocus van de gemeenten ligt niet op professionele culturele bedrijvigheid, maar voornamelijk op het stimuleren van amateurkunst- en gezelschappen. Het beleid is gericht op de sociale component van kunst en cultuur en minder op het economisch kapitaal. Gemeenten zijn dus niet bewust bezig met het potentieel van cultuur in economische zin. Het is daarom plausibel dat de relatief hoge culturele bedrijvigheid berust op toeval, al wil dit niet zeggen dat zij niet met cultuur bezig zijn. In tegendeel: de vier gemeenten die we hebben gesproken hechten veel waarde aan kunst, cultuur en erfgoed, omdat deze bepalend is voor verbinding, gemeenschapszin en het welzijn van de inwoners.

Referenties

Fancourt, D., & Finn, S. (2019). What is the evidence on the role of the arts in improving health and well-being. A scoping review. World Health Organization Europe.

Raad voor Cultuur. (Maart 2022). De culturele basis op orde.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten. (Januari 2024). Samen cultuur borgen.