Inleiding: een breder cultuurbegrip en subsidierelatie
Voor de cijfers van de culturele infrastructuur over cultuurlocaties gebruiken wij openbaar beschikbare bronnen van onder andere het CBS, de RCE of brancheverenigingen. Die gegevens laten duidelijk provinciale en gemeentelijke verschillen en profielen zien. Toch krijgen we daarmee niet altijd een volledig beeld van de totale regionale culturele infrastructuur. Om landelijke cijfers te kunnen verzamelen zijn kaders en afbakeningen nodig die overal hetzelfde worden toegepast. Maar deze afbakeningen zorgen er ook voor dat sommige culturele instellingen die niet aan deze voorwaarden voldoen buiten beschouwing blijven. Om die reden hebben we aanvullend meer plekken in kaart gebracht waar cultuur plaatsvindt, reikend van buurthuizen tot cafés waar livemuziek te beleven is. Ook locaties voor tijdelijke evenementen (zoals parkeerplaatsen en weilanden waar festivals gegeven worden) tellen mee.
Met behulp van Google Maps en informatie van lokale cultuurambtenaren zijn het aantal organisaties dat culturele activiteiten organiseert in de verschillende
Cultuurlocaties
Meerderheid cultuurlocaties in de vier grote steden
In totaal zijn er ongeveer 500 cultuurlocaties in de twaalf grootste gemeenten van Noord-Brabant. In de vier grootste steden (Breda, Eindhoven, ’s-Hertogenbosch en Tilburg) ligt elk ongeveer 15% van deze locaties. Dit komt neer op ongeveer 75 cultuurlocaties per gemeente, en samen hebben deze steden dus 60% van alle cultuurlocaties. In de andere acht gemeenten ligt steeds rond de 5% van alle cultuurlocaties.
Subsidierelatie
Ruim 60% van de cultuurlocaties in de Brabantse steden krijgt geen gemeentelijke subsidie
Buiten de gesubsidieerde locaties zoals stedelijke musea, stadsschouwburgen en poppodia, zijn er ook veel andere belangrijke cultuurlocaties zonder gemeentelijke subsidies. Denk aan horecalocaties met live muziek, ateliers met workshops, kleine musea, galeries en theaterzalen die zelfstandig actief zijn in de lokale culturele sector. In de twaalf grotere Noord-Brabantse steden is 61% van de cultuurlocaties niet door de gemeente gesubsidieerd. Dit zijn vooral beeldende-kunstlocaties zoals galeries en openbare ateliers (123), muzieklocaties (55) en musea (50). Van de gesubsidieerde locaties (39%) zijn de meeste bibliotheken (36), gevolgd door beeldende-kunstlocaties (34), muzieklocaties (29) en musea (27).
Vergelijking tussen gemeenten
Tilburg ondersteunt grotere verscheidenheid aan instellingen
Op de gemeenteprofielen kun je het aantal cultuurlocaties per gemeente nader bekijken. In vrijwel alle gemeenten domineren de beeldende-kunstlocaties of musea. Alleen in Maashorst is de verdeling redelijk gelijk over alle domeinen.
Opvallend is dat van de grootste vier gemeenten alleen in Tilburg het aantal ongesubsidieerde locaties kleiner is dan het aantal gesubsidieerde. In Tilburg is 40% van de cultuurlocaties ongesubsidieerd, in Eindhoven 68%, in ’s-Hertogenbosch 72%, en in Breda 73%. Aangezien de vier grote steden ongeveer evenveel cultuurlocaties hebben betekent het dat in Tilburg meer verschillende instellingen ondersteund worden door de gemeente dan in de andere drie grote steden van Noord-Brabant.