Ondersteuning cultuurparticipatie en cultuureducatie

Kapitaal

Hoe worden cultuurparticipatie en cultuureducatie in Brabantse gemeenten bevorderd? De voorzieningen hiervoor staan centraal. We bekijken een inventarisering van ondersteuning van amateurkunsten in gemeenten en de resultaten van de monitoring van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit.

Samenvatting

Uit gesprekken met gemeenten blijkt in vrijwel alle gemeenten een terugloop in leden en vrijwilligers bij amateurkunstorganisaties en is het moeilijk de jeugd te bereiken. Dit zien we terug in het aantal Brabanders dat aangeeft lid te zijn (zie sociaal kapitaal). De toekomstbestendigheid van deze sector lijkt hierdoor in het geding te komen. Gemeenten maken systeemveranderingen door en werken bewust aan verbindingen met andere domeinen.

Het bereik van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit (programma voor cultuureducatie binnen de scholen) is gestegen tussen 2021 en 2023. Met het programma werden in 2023 meer dan 680 scholen en bijna 180.000 leerlingen bereikt in Brabant.

Cultuurparticipatie


Amateurkunstondersteuning vindt grotendeels plaats op lokaal niveau. Om een actueel beeld te krijgen en houden voert Kunstloc Brabant een inventarisatie uit op het gebied van amateurkunst en amateurkunstondersteuning. Dit gebeurt door middel van gesprekken met beleidsmedewerkers van gemeenten en lokale adviseurs.

Eind 2023 hebben 50 gemeenten in Noord-Brabant amateurkunstondersteuning, vier nog niet en is het van twee gemeenten niet bekend. Wie zich bezighoudt met de ondersteuning is te zien op een provinciale kaart op de website van Kunstloc Brabant.

De gesprekken gaan over ondersteuning van kunstbeoefening in de vrije tijd. Denk hierbij aan subsidieregelingen voor amateurkunst, één op één advies, het verbinden van amateurkunst aan het zorg- en welzijnsdomein (sociaal domein) of het organiseren van netwerkbijeenkomsten voor amateurkunstorganisaties (dansclubs, muziekverenigingen, fotoclubs, heemkundekringen, etc.). Ook wijkprojecten waarin bewoners verbonden worden aan lokaal aanbod van amateurkunstorganisaties vallen hieronder.

Na 35 van de 56 gemeenten gesproken te hebben, zijn een aantal lijnen te ontdekken:

  • In vrijwel alle gemeenten is een terugloop in leden en vrijwilligers bij amateurkunstorganisaties en is het moeilijk de jeugd te bereiken. De toekomstbestendigheid van deze sector staat hierdoor onder druk. 
  • Er ontstaan vormen met een mix van disciplines zoals dans, muziek en beeldende kunst, die eerder strikt gescheiden waren. Naast het traditionele model van langdurig lidmaatschap ontstaat er ook plaats voor deelname op projectbasis, waardoor mensen flexibeler kunnen meedoen. 
  • De verbinding tussen het sociaal domein en de amateurkunst is vrij nieuw. Er is nog weinig beleid op dit gebied waardoor het lastig is om gemeentelijke financiering te krijgen. 
  • Er is erkenning voor de waarde van verbinding van amateurkunst met andere sectoren, zoals zorg, welzijn, onderwijs en professionele kunst, en hier wordt in een aantal gemeenten actief op ingezet.
  • Er is behoefte aan ontmoeting, blauwdrukken en goede voorbeelden uit andere gemeenten. 
  • Meerdere gemeenten en/of lokale adviseurs spelen met het idee om een digitaal platform te bouwen voor netwerkvorming en kennisuitwisseling. 
  • Het begrip ‘amateurkunst’ is niet eenduidig. Vaak wordt het gezien als het traditionele verenigingsveld, terwijl cultuurdeelname veel meer omvat. 
  • De subsidievoorwaarden voor de amateurkunst verdienen in sommige gemeenten een update. Er zijn gemeenten die dat traject hebben doorlopen.

Op de website van Kunstloc Brabant staat een kaart van de provincie Noord-Brabant waarop in beeld wordt gebracht wie zich in elke gemeente bezighoudt met amateurkunstondersteuning, en hoe die ondersteuning eruitziet. 

Cultuureducatie

Bereikcijfers Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK3) 2021-2023

Voor de derde periode van Cultuureducatie met Kwaliteit 2021-2024 (CmK3) is voor het eerst gekozen voor een gezamenlijke regionale aanpak voor Cultuureducatie met Kwaliteit binnen de provincie Noord-Brabant. Het PON & Telos voert een tweejaarlijkse meting uit voor de monitoring. Hier worden enkele resultaten van de Monitor Cultuureducatie in Brabant gepresenteerd.

Het bereik van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit is toegenomen tussen 2021 en 2023. In 2021 namen 49 van de 61 Brabantse gemeenten deel aan CmK3 (80%), in 2023 is dit toegenomen tot 51 van 56 gemeenten (91%). Het programma bereikte in 2023 bijna 30.000 leerlingen meer dan in 2021 (163.149 in 2021 tegenover 192.916 leerlingen in 2023). Het aantal betrokken leerkrachten is vergroot van 12.966 in 2021 naar 14.728 in 2023.

en het aantal culturele instellingen waarmee wordt samengewerkt

Bron: Kunstloc Brabant

Verankering CmK3

Het doel van CmK3 is het verbeteren en versterken van de kwaliteit van cultuureducatie door deze te verankeren in het onderwijs. De verankering van cultuureducatie wordt bepaald middels zes dimensies die samen de verankeringsmaat vormen.

  1. Cultuurcoördinator: verankerd als op school een cultuurcoördinator aanwezig is.
  2. Vastgelegde visie: verankerd als scholen een visie op cultuureducatie hebben die is
    vastgelegd in het schoolplan, de schoolgids of in een apart cultuurbeleidsplan.
  3. Structurele samenwerking: verankerd als scholen met in ieder geval één partner
    gezamenlijk één of meerdere activiteiten ontwikkelen.
  4. Evaluatie: verankerd als cultuureducatie geëvalueerd wordt.
  5. Structurele financiën: verankerd als cultuureducatie als aparte post is opgenomen in de
    begroting van de school.
  6. Breed draagvlak: verankerd als het draagvlak zowel bij directie als bij
    groepsleerkrachten hoog is.

Er bestaan verschillen in de huidige verankering tussen de verschillende dimensies. Waar evaluatie, samenwerking en het hebben van een cultuurcoördinator ondertussen behoorlijk geland lijken te zijn bij de scholen, is de mate van verankering van het draagvlak laag te noemen. Het lijkt erop dat bepaalde formele processen (zoals het opleiden van een ICC’er, het zoeken van partners en het evalueren) wel geborgd zijn, maar dat deze inzet zich nog niet vertaalt naar draagvlak onder het team en de directie.

percentage van scholen met verankering van de verschillende dimensies van de verankeringsmaat in 2022

Bron: Het PON & Telos, Kunstloc Brabant

Bij 89% van de bevraagde scholen maakt cultuureducatie een vanzelfsprekend onderdeel uit van het curriculum. Daarnaast zien we dat 87% van de scholen een visie op cultuureducatie heeft. 62% van de scholen heeft hun visie vastgelegd in een beleidsstuk en meer dan negen op de tien scholen hebben cultuureducatie opgenomen als post op hun begroting. Ook het opleiden van ICC’ers is geborgd door de scholen.

Toegang tot cultuureducatie en kansengelijkheid

Belangrijke speerpunten van het programma CmK3 zijn het vergroten van de toegang tot cultuureducatie en kansengelijkheid.

Toegang tot cultuureducatie

We zien dat 86% van de scholen zich (in beperkte of grote mate) inzet om vanuit cultuureducatie op school, toe te bewegen naar cultuurbeleving thuis. Op dit moment geeft 72% van de scholen aan dat leerkrachten bekend zijn met de omgeving van hun leerlingen en hun toegang tot cultuuronderwijs.

Kansengelijkheid als speerpunt

Kansengelijkheid staat op de radar van scholen, intermediairs en aanbieders, maar komt als thema in wisselende mate aan bod. Uitdagingen rondom kansengelijkheid worden vooral bezien in het licht van culturele diversiteit. Verschillen in toegang tot cultuuronderwijs in de regio of de stad lijken minder op het netvlies te staan. Vaak lopen met name scholen uit kleine- en middelgrote gemeenten hierbij tegen praktische zaken aan, als vervoer naar een theater of museum

Verbinding binnen- en buitenschoolse cultuureducatie

Het voortzetten van binnenschools cultuuronderwijs richting buitenschoolse actieve cultuurparticipatie kan kansengelijkheid vergroten. Daarom richt CmK3 zich op de versterking van de verbinding tussen binnen- en buitenschoolse cultuureducatie. We trachten een sterkere doorstroom tussen binnen- en buitenschoolse activiteiten (in het bijzonder voor kinderen uit kansarme gezinnen) te realiseren door:

  • Deskundigheid van de school te bevorderen over mogelijkheden en regelingen voor leerlingen in buitenschoolse cultuureducatie.
  • Cultuurcoördinatoren en leraren te professionaliseren in het verbinden van binnen- en buitenschoolse activiteiten.

Samenwerking met andere domeinen

De samenwerking met andere domeinen versterkt de impact en het bereik van cultuureducatie. 76% van de intermediairs werkt wel eens samen met andere domeinen. Sport, taal (bijvoorbeeld bibliotheken), erfgoed en natuur worden hier vaker genoemd, evenals jongerenwerk. Er is steeds meer sprake van overlap, waarbij de waarde van cultuur als middel steeds vaker ingezet wordt en de grenzen tussen cultuureducatie en cultuurparticipatie vervagen.

Monitoring Cultuureducatie met Kwaliteit

Op de website van Kunstloc Brabant lees je meer over de eerste tweejaarlijkse meting, die door het PON & Telos is ontwikkeld en uitgevoerd. Er is een verkorte en uitgebreide versie van het rapport beschikbaar.

Radboud Universiteit Nijmegen (RU) heeft twee rapporten opgeleverd rondom cultuureducatie in het Brabantse onderwijs, op basis van alle door scholen ingevulde Evi-vragenlijsten in Brabant. Ook deze rapporten, van 2021 en 2022, zijn hier te bekijken.

In het magazine lees je meer over cultuurbeoefening in verenigingsverband en over Brabant Menu, een samenwerkingsverband van culturele organisaties voor cultuureducatie.

De onderzoeksverantwoording gaat uitgebreid in op de gebruikte data en onderzoeksmethoden.

Meer data over cultuurparticipatie en cultuureducatie

Monitor Amateurkunst 2023
Neele, A. (2023) Kunstzinnig, creatief en muzikaal in de vrije tijd: monitor amateurkunst 2023Utrecht: Landelijk Kenniscentrum Cultuureducatie en Amateurkunst.