Eindhoven

Gemeente

Eindhoven kenmerkt zich door een relatief korte afstand tot cultuurlocaties en een groot aanbod van bioscopen en filmhuizen. Er zijn in Eindhoven relatief veel banen te vinden in de creatieve sector – ondanks een flinke daling in de afgelopen jaren.

In dit gemeenteprofiel kijken we hoe Eindhoven ervoor staat ten opzichte van andere grote steden in Brabant, en ten opzichte van de provincie Noord-Brabant. Dat doen we aan de hand van het culturele, sociale en economische kapitaal.

Cultureel kapitaal

Culturele infrastructuur

De gemeente Eindhoven heeft minder bibliotheekvestigingen dan andere gemeenten in de B7. In de stad is één vestiging van een openbare bibliotheek. Omgerekend naar hoofd van de bevolking is dat 0,4 vestigingen per 100.000 inwoners, tegenover het gemiddelde in de B7 van 1,8 vestigingen per 100.000 inwoners. Gemiddeld moeten de inwoners van Eindhoven 3,5 km afleggen om bij de bibliotheekvestiging te komen, dat is meer dan in andere B7-gemeenten. Naast de hoofdvestiging zijn er in 2022 in de gemeente ook 10 afhaalpunten.

In de gemeente Eindhoven is de afstand tot locaties voor podiumkunsten (2,7 km) en poppodia (3,5 km) dichterbij dan in andere B7-gemeenten. Ook leggen inwoners van de lichtstad relatief weinig afstand af voor een bezoek aan een nabij museum: gemiddeld 2,9 km (plek 2 op de ranglijst van B7-gemeenten).

De gemeente Eindhoven heeft in absolute zin de meeste bioscopen en/of filmhuizen van de B7-gemeenten: 4 locaties. Omgerekend naar cijfers per inwoner is dat een derde plek waard binnen de B7. Het totale aantal filmdoeken nam licht toe van 26 in 2018 naar 28 in 2022. Daarmee werd ook de totale capaciteit van de filmzalen omhoog gebracht: van 4052 zitplaatsen in 2018 naar 4621 zitplaatsen in 2022. De gemeente Eindhoven steeg daarmee van plek 3 naar plek 1 binnen de B7-gemeenten.

Cultuurlocaties en subsidierelatie

In Eindhoven zijn 73 cultuurlocaties. Dit zijn voor het grootste deel locaties voor beeldende kunst (31), gevolgd door muzieklocaties (16) en musea (12). Alle drie soorten locaties zijn vaak niet gesubsidieerd (respectievelijk 24, 13 en 10). In Eindhoven zijn 50 van de 73 locaties ongesubsidieerd, ofwel 68%.

2023

Sociaal kapitaal

Perspectief van Eindhovenaren

We geven hier een kwalitatief beeld van de Eindhovense uitkomsten uit de cultuurpeiling.

Inwoners van Eindhoven bezoeken iets vaker culturele activiteiten dan gemiddeld in de B7-gemeenten. Deelname aan online culturele activiteiten is gelijk aan het gemiddelde voor de B7-gemeenten. Dit geldt ook voor het bezoeken van erfgoed. Kijken we naar cultuurbeoefening, dan zien we dat de respondenten uit Eindhoven dit iets vaker doen dan gemiddeld in de B7-gemeenten. Voor erfgoedbeoefening ligt dit percentage net iets lager. Ook maken inwoners van Eindhoven minder vaak gebruik van online media. 

Cultuur vormt een vast onderdeel van de inwonersenquête van de gemeente Eindhoven. Zie de Inwonersenquête cultuur (2024), gemeente Eindhoven.

Culturele doelgroepen

In vergelijking met andere Brabantse steden vind je in Eindhoven minder oudere doelgroepen met een intensief cultuurgebruik: Weelderige Cultuurminnaars (3,2%) en Klassieke Cultuurliefhebbers (9,5%). De jonge doelgroepen van de Startende Cultuurspeurders (14%) en de Culturele Alleseters (7,8%) zijn wel goed aanwezig. De Flanerende Plezierzoekers (13,9%) vind je hier opvallend veel. De Proevende Buitenwijkers zijn in Eindhoven nog net de grootste groep (15,8%).

Percentage huishoudens – Bron: Whooze
Percentage huishoudens – Bron: Whooze

Economisch kapitaal

Gemeentelijke cultuurlasten

De uitgaven van de gemeente Eindhoven aan cultuur stegen aanzienlijk tussen 2019 en 2021: van 39,5 miljoen in 2019 (171 euro per inwoner) naar 46,6 miljoen in 2021 (198 euro per inwoner). Binnen de provincie Noord-Brabant zijn dat in absolute zin en per hoofd van de bevolking de hoogste uitgaven aan cultuur in 2021.

Financiële stromen van de culturele instellingen in Eindhoven

We hebben voor de periode 2019-2022 gegevens over inkomsten, subsidies en lasten ontvangen van 53 culturele instellingen uit Eindhoven. We leggen de cijfers uit het laatste niet-coronajaar, 2019, naast die uit het meest recente jaar, 2022.

Eigen inkomsten

In 2019 zijn er 35,6 miljoen euro aan eigen inkomsten waarvan 25,8 miljoen euro publieksinkomsten (73%). In 2022 is dat respectievelijk 27,9 miljoen euro totaal en 22,3 miljoen euro aan publieksinkomsten (80%). Het aandeel sponsoring is bescheiden en daalt licht: van 1,6 miljoen euro in 2019 (4,4%) naar 1,1 miljoen in 2022 (4%). Vooral de ‘overige podia’ – de niet-poppodia zoals de Eindhovense muziekzalen en theaters – hebben het grootste aandeel in de eigen inkomsten, zo’n 15,6 miljoen in 2019 en 13 miljoen in 2022. We zien dalende eigen inkomsten bij de festivals: 4,9 miljoen euro eigen inkomsten in 2019 tegen 650.000 euro in 2022. De centra voor de kunsten en bibliotheken hebben meer eigen inkomsten in 2022 (4,2 miljoen euro) dan in 2019 (2,8 miljoen euro).

Subsidies

In 2019 hebben de Eindhovense culturele instellingen voor 41,3 miljoen euro subsidies gekregen. In 2022 is dat 42,6 miljoen euro. De subsidies komen merendeels van de gemeente: 21,4 miljoen in 2019 (52%) en 22,7 miljoen in 2022 (53%). Ook het Rijk heeft een relatief groot aandeel: 8,5 miljoen euro in 2019 (12%) en 9,6 miljoen euro in 2022 (11%). De overige, niet-poppodia en de centra voor de kunsten en bibliotheken hebben het grootste aandeel: 8,6 miljoen euro in 2019 tegen 9 miljoen in 2022 voor de podia en 7,3 miljoen in 2019 tegen 8,6 miljoen euro in 2022 voor de centra voor de kunsten en bibliotheken. 

Lasten

In 2019 zijn de totale lasten van de instellingen 78,1 miljoen euro waarvan 38,1 miljoen personeelslasten (49%). In 2022 is dat 69,6 miljoen euro totaal waarvan 36 miljoen euro aan personeelslasten (52%). Vooral bij letteren en de musea is het aandeel personeelslasten in de totale lasten gedaald: van 59% in 2019 naar 11% in 2022 bij de letteren en 53% in 2019 naar 44% in 2022 bij de musea. De proportie personeelslasten in de totale lasten is bij de festivals juist gestegen: van 26% in 2019 naar 52% in 2022. Zowel de totale lasten als de personeelslasten van de festivals zijn afgenomen tussen 2019 en 2022. Dat komt vooral door ontbrekende data van de Dutch Design Festival in 2021 en 2022.

Rato inkomsten/subsidies

De eigen inkomsten maken in 2019 86% uit van de verkregen subsidies, ofwel voor elke euro subsidie verdienen de instellingen zelf nog eens 86 eurocent. In 2022 is de verhouding 66%, ofwel 66 eurocent tegen elke euro subsidie. De musea, poppodia en de overige, niet-poppodia verdienen in beide jaren meer dan ze aan subsidie krijgen: 123% in 2019 en 178% in 2022 bij de musea, in 364% in 2019 en 178% in 2022 voor de poppodia en 177% in 2019 tegen 125% in 2022 voor de overige podia. De producenten podiumkunsten, festivals en letteren scoren relatief laag: van 30% in 2019 naar 18% in 2022 voor de producenten podiumkunsten, van 100% in 2019 naar 28% in 2022 voor de festivals, en van 48% naar 16% in 2022 voor de letteren. Overall is het zelfverdienend vermogen bij de Eindhovense culturele instellingen afgenomen, ook bij die instellingen die meer verdienen dan ze aan subsidie ontvangen.

Bedrijvigheid en werkgelegenheid

Aantal banen, bedrijfsvestigingen en zzp'ers – Bron: CBS microdata

Bedrijvigheid in de creatieve sector in Eindhoven

Ten opzichte van 2017 is zowel het aantal bedrijfsvestigingen in de creatieve sector, als in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed gestegen. In de creatieve sector steeg het aantal bedrijfsvestigingen van 2.810 naar 3.450 (+23%) en in de subsector KCE steeg het aantal van 1.020 naar 1.310 (+28%). 

Er zijn in 2022 3.450 bedrijfsvestigingen in de creatieve sector in Eindhoven, dit is 14% van het totaal aantal bedrijfsvestigingen in alle sectoren. 1.310 van deze bedrijfsvestigingen vallen in de subsector KCE. Het gaat om 14,5 bedrijfsvestigingen per 1.000 inwoners in de creatieve sector, en 5,5 bedrijfsvestigingen in de subsector KCE.

Werkgelegenheid in de creatieve sector van Eindhoven

In 2022 zijn er in de creatieve sector 2.460 zzp’ers in Eindhoven actief. 910 hiervan zijn actief in de subsector KCE. Dit komt neer op 10,3 zzp’ers in de creatieve sector per 1.000 inwoners en 4,7 per 1.000 inwoners in de subsector KCE. Tussen 2017 en 2022 is het aantal zzp’ers gestegen, zowel in de creatieve sector als in de subsector. In de creatieve sector steeg het aantal zzp’ers met 9%: van 2.270 naar 2.460. In de subsector KCE zien we een stijging van 11%: van 820 naar 910. 

Naast de zzp’ers, werken er in de creatieve sector in Eindhoven mensen in dienstverband. In 2022 zijn er 3.230 banen in de creatieve sector, waarvan er 910 in de subsector KCE vallen. Dit komt neer op 0,4 banen per 1.000 inwoners in de creatieve sector, en 0,2 in de subsector KCE. De 3.230 banen in de creatieve sector bestaan uit 2.440 vte’s: 1 vte staat voor 1,32 banen. Dit is een vergelijkbare verdeling als in Brabant in totaal: daar staat 1 vte voor 1,36 banen. 

Ten opzichte van 2017 zien we in de creatieve sector een lichte toename van het aantal banen: het aantal banen neemt toe van 3.170 in 2017 naar 3.230 in 2022. Het aantal banen in de subsector KCE is daarentegen afgenomen: van 1.020 in 2017 naar 910 in 2022 (een afname van 11%). Tijdens de coronapandemie in 2020 is het aantal banen in de Eindhovense creatieve sector sterk gedaald: ten opzichte van 2019 daalde het aantal banen in de creatieve sector met 13% en in de subsector KCE met 21%. In de jaren daarna zien we het aantal banen weer stijgen, maar voor de subsector KCE ligt het aantal banen nog onder het niveau van voor de coronapandemie. 

Referentiekader: bedrijvigheid en werkgelegenheid in B7 gemeenten

Gemiddeld zijn er in de B7-gemeenten 10,4 bedrijfsvestigingen per 1.000 inwoners in de creatieve sector. In de subsector Kunsten en cultureel erfgoed (KCE) zijn er 4,3 bedrijfsvestigingen per 1.000 inwoners. Bij deze bedrijfsvestigingen zijn niet alleen banen die zorgen voor creatieve werkgelegenheid, maar er zijn ook zzp’ers actief in de creatieve sector in de B7-gemeenten. Zo zijn er in de B7-gemeenten gemiddeld 7,7 zzp’ers per 1.000 inwoners in de creatieve sector en 3,4 zzp’ers per 1.000 inwoners in de subsector KCE. Kijken we naar aantal banen, zijn er gemiddeld 0,3 banen in de creatieve sector per 1.000 inwoners, en 0,2 in de subsector KCE.

Meer weten?

Bekijk het dashboard om meer te weten te komen over de gemeente Eindhoven en andere Brabantse gemeenten.

Lees het magazine voor de betekenis van de cijfers in de praktijk.

De onderzoeksverantwoording gaat uitgebreid in op de gebruikte data en onderzoeksmethoden.